DE ENIGE WEG
IS DE EIGEN WEG

Kernvak Wiskunde

Veelgestelde vragen

Welk beleid is er voor dyscalculie?

Voor leerlingen met ernstige rekenproblemen is er extra ondersteuning. Indien noodzakelijk kan er gekeken worden of er een aangepaste rekentoets kan worden afgenomen.

Hoe wordt Rekenen aangeboden?

In het voortgezet onderwijs wordt er nog steeds aandacht gegeven aan het rekenen. Dit kun je op Spinoza20first zelfstandig oefenen aan de hand van de digitale methode. Voor leerlingen die rekenen lastig vinden worden lessen aangeboden voor extra ondersteuning.

Wat leer je bij wiskunde?

Wiskunde is één van de kernvakken van het voortgezet onderwijs. Dit is de reden dat dit als apart vak (i.c.m. rekenen) wordt aangeboden op Spinoza20first. Aan de hand van de methode Moderne Wiskunde wordt de leerstof aangeboden die aansluit bij de kerndoelen van wiskunde.

Wiskunde is een stapelvak: elk jaar wordt leerstof aangeboden en herhaald, plus een stukje extra. Een hoofdstuk wordt schriftelijk getoetst of afgesloten met een product. Er wordt ook vakoverstijgend gewerkt. Denk aan het verwerken van statistiek door de waarnemingen van je hartslag bij het domein Beweging. Of tabellen en grafieken tekenen met je bevindingen van de groei van een plant bij domein Natuur & Technologie.

Wiskunde in het kort

Wiskunde in de bovenbouw

Bij wiskunde in de bovenbouw begin je op alle niveaus als het ware opnieuw: alle onderwerpen die in de onderbouw zijn behandeld worden in de bovenbouw opnieuw en vanaf de basis uitgelegd. Het tempo ligt echter hoger, en de theorie is compacter. Vanuit daar worden de wiskundige vaardigheden en de wiskunde-theorie verder uitgebreid, afhankelijk van het niveau. We maken onderscheid tussen de niveaus mavo, havo en vwo.

Mavo

Op de mavo worden de leerlingen in het vierde jaar klaargestoomd voor het eindexamen. Er wordt in het vierde jaar nog nieuwe stof aangeboden, maar ook veel geoefend voor het eindexamen uit de methode Moderne Wiskunde. Na het succesvol afronden van wiskunde op mavo-niveau zijn de leerlingen goed in staat om een technische vervolgopleiding te kunnen beginnen, of door te stromen naar de havo.

Havo & vwo

In de bovenbouw komt de verantwoordelijkheid van het leerproces meer bij de leerling te liggen. Dat betekent ook dat de leerling ook meer in staat moet zijn om de theorie uit het boek zich eigen te kunnen maken. De methode Getal en Ruimte leent zich goed voor dit doel. In de bovenbouw wiskunde richten we de aandacht ook op de 21st century skills, en betrekken we daarbij digitale tools, zoals het werken met Excel, GeoGebra en maken we gebruik van de grafische rekenmachine.

Op de havo en op het vwo wordt de wiskunde opgesplitst: op de havo zijn dit wiskunde A en wiskunde B; op het vwo zijn dit wiskunde A; wiskunde B en wiskunde C. Na het succesvol afronden van wiskunde op de havo beschikken leerlingen over vaardigheden om allerlei dagelijkse situaties en processen wiskundig te kunnen beschrijven en begrijpen, een technische vervolgopleiding te beginnen, of door te stromen naar het vwo.

Op het vwo worden dezelfde onderwerpen behandeld als op de havo, maar aangevuld met nóg meer verdiepende theorie. Een duidelijk verschil met de wiskunde op het vwo, ten opzichte van de havo in de bovenbouw, is dat de geleerde theorie vaak moet worden toegepast binnen een hele nieuwe context. Na het succesvol afronden van wiskunde op het vwo zijn leerlingen in staat om een aan wiskunde-gerelateerde universitaire studie te beginnen.

Veelgestelde vragen

Wat is Wiskunde A?

Wiskunde A is ten opzichte van wiskunde B meer verhalend van aard. Onderwerpen en opgaven sluiten vaak aan bij dagelijkse processen of situaties. Typische wiskunde A onderwerpen zijn statistiek; combinatoriek; dataverwerking; kansrekening; of hypothesen. Daarnaast is er nog een groot deel dat overlap heeft met wiskunde B.

Wat is Wiskunde B?

Wiskunde B is een meer analytische en abstracte vorm van wiskunde. De onderwerpen vinden nauw aansluiting bij natuurwetenschappen en blijven dichter bij de zuivere wiskunde. Typische wiskunde B onderwerpen zijn differentiaalrekening; meetkunde (al dan niet met vectoren); goniometrie of integraalrekening. Daarnaast overlapt een deel van de theorie met die van wiskunde A, maar is er sprake van meer verdieping.

Wat is Wiskunde C?

Wiskunde C is een relatief nieuwe, maar weinig gekozen variant van wiskunde, die alleen op het vwo wordt aangeboden. Wiskunde C splitst zich van wiskunde A aan het einde van het vierde leerjaar. Een deel van de kansrekening (en hypothesen) wordt vervangen door de onderwerpen logica en perspectief.